zaterdag 14 januari 2012

Zien is interpreteren


Vandaag een beetje filosofie. Ik heb niet voor niets filosofie gestudeerd. Ik werk niet meer in het onderzoeksveld, maar bij tijd en wijle komt het naar boven.

Plezier

Gisteren begon ik een blogpost over een schildering. In de eerste plaats wilde ik iets kwijt over het plezier van schilderen. En het plezier dat bij mij ontstaat door samen met mijn zoon naar een schildering te kijken.

Kijken, zien, interpreteren


Ik stelde de vraag aan hem: wat zie jij? Hij zag de kop van een dier op het schilderij, van een zeeleeuw. Dat was iets anders dan wat ik zag. Ik zag een vogel uit de lucht vallen.

Zijn blik beïnvloedde mijn blik. Vanaf dat moment zag ik beide dieren, en zag ik een vogel die op de neus van een zeeleeuw viel. Nadat hij vertelde wat hij zag, zag ik de schildering anders dan daarvoor. Ik kon niet meer zien, wat ik daarvoor gezien had.

Niets bijzonders, zeg je misschien. Nee niets bijzonders. En toch ook weer wel.

Observatie is geladen


Het deed mij denken aan mijn filosofietijd. Bij ken- en wetenschapsleer en geschiedenis leerde ik over observatie, dat observatie eigenlijk nooit losstaat van wat je al weet, of denkt te weten. Niet losstaat van je ervaringen en je interpretatie van die ervaringen.

In de moeilijke taal van de filosofie heette dat de 'theoriegeladenheid van de observatie', als ik mij goed herinner. Het ging dan over observatie in de wetenschap. Maar het gegeven dat je oudere ervaringen je beleving van nieuwe ervaringen kleurt, dat is interessant.

Wat jij ziet (hoort), is niet wat ik zie (hoor)

En soms is het ook belangrijk om je te realiseren dat dat zo werkt. Dat communicatie tussen mensen daardoor soms goed loopt en soms mis. Als ik een verhaal vertel, en jij luistert, dan is jouw beleving van dat verhaal anders dan de mijne. Een open deur, misschien.

Interpretatie tussen maker en kijker

Bij het schilderen is mij dit opnieuw opgevallen. Na de eerste keer dat ik schilderde, en veel plezier had beleefd aan het maken van een schildering, kwam ik dit fenomeen onmiddellijk tegen. Ik had drie schilderingen gemaakt, waarvan er één een bijzonder donker schilderij was; veel zwart doorsneden met heldergeel. Voor mij was het een schildering van vuurwerk. We lieten als groep ons werk zien aan de anderen.

Eén van de mensen die het donkere werk bekeek, zei: "Ik word er verdrietig van."

Die reactie klopte helemaal niet met mijn eigen ervaring. Ik was blij, had lekker geschilderd, en mijn blijdschap zat hem misschien wel in de beleving van het lekker bezig geweest zijn.

Verdriet zag ik er niet in. Ook na die opmerking zag ik het niet zo. (Ik kon deze interpretatie wel rationeel begrijpen; verdriet en depressie wordt vaker verbeeld met donkere beelden, zoals tranen soms verbeeld worden met regendruppels.)

Het maakte mij meteen duidelijk dat je als maker misschien vanuit één emotie iets maakt. Dat je werk soms een reactie opwekt bij de ander, en dat dat soms passend is bij wat je bedoelde toen je het maakte, maar soms ook niet.

Meer algemeen gesteld: dat er altijd een gat zit tussen wat de maker bedoelt en wat de kijker eruit haalt. Een gat, of een kloof.


De kloof bestaat ook in mijzelf


Er is soms zelfs een kloof tussen wat er in je omgaat als je iets maakt, en wat het later in je opwekt. Bij het plaatje boven gaat dat op. Toen ik het maakte, was ik bezig met abstractie, de loop van de lijnen, met compositie, de verhouding tussen de kleuren en of het in evenwicht zou zijn. Dat de streken in de verf één kant op moesten lopen, om het niet te druk te maken. Daar was ik mee bezig. Niet met een figuratief beeld. Zodra ik klaar was met maken, afstand nam en ging kijken als kijker, kwam de vogel te voorschijn. Plop!

Filosofie van de kunst

Dat idee van dat gat heb ik niet zelf bedacht. Het komt van een filosoof (wiens naam mij even niet te binnenschiet, maar dat komt later wel). Vlak voor de workshop over schilderen, was ik een essay tegengekomen over kunst en interpretatie. Het idee van de kloof tussen maker en kijker kwam in dat essay voor. En paste nu precies bij wat ik meemaakte.

Het past


En nu ik dit zo schrijf, realiseer ik mij nog iets. Dat idee past ook precies bij die ervaring zelf. Had ik dat essay niet gelezen, was het fenomeen mij waarschijnlijk niet zo sterk opgevallen. Kortom, ook dit was een voorbeeld van de theoriegeladenheid van de observatie en beleving.

Had ik het niet gelezen, en mij mijn filosofietijd niet herinnerd, dan had ik misschien gedacht dat die ander het niet snapte. Maar filosoof als ik ben... dacht ik dat niet. Nee, ik was meteen getroffen door het fenomeen van de kloof. Toen ik er alleen nog maar over las, vond ik het lichtelijk overdreven (dat woord 'kloof' met name). Maar zodra ik dit had meegemaakt, bleek de theorie toch goed te passen.

PS Vandaar dat ik gisteren vroeg: wat zie jij?
En zie je het niet, die vogel en de zeeleeuw. Misschien komt het omdat het plaatje hierboven 90 graden is gedraaid. Kijk maar bij de blogpost van gisteren.


LINK
Wat zie jij?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten